Oproep aan de vaste commissie voor SZW

Geschreven door: Dewi Deijle
Gepubliceerd op: 17 april 2023

Op 30 maart 2023 heb ik het debat 'Uitvoering sociale zekerheid' van de commissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) gevolgd. Een belangrijke kwestie die ter sprake kwam ging over de circa 10.000 gezinnen die door samenloop van regelingen onder het bestaansminimum uitkomen. Heel goed dat hier aandacht aan wordt besteed, maar ook wel teleurstellend dat er eigenlijk slechts oppervlakkig is gesproken over de complexe uitvoering van de Wet werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA) en de steeds maar oplopende achterstanden, waardoor veel WIA-aanvragers (en hun eventuele gezinsleden) in de problemen zitten of nog kunnen komen. Ik begrijp het wel, de lijst met onderwerpen is nu eenmaal lang. Enkele commissieleden hebben dan ook voorgesteld om op een niet al te lange termijn opnieuw een commissiedebat te organiseren waarin de WIA-onderwerpen aan de orde zullen komen.

Hopelijk dringt de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) de minister van SZW erop aan voortvarend te werk te gaan bij het aanpakken van de hardheden in de WIA. Er moet dringend prioriteit worden gegeven aan het terugdringen van de onacceptabele wachttijd voor de WIA. Daarnaast is een hervorming van het WIA-stelsel écht hoognodig.

WIA-zorgen

Eind 2005 is de WAO overgegaan in de WIA die ervoor moest zorgen dat meer mensen weer aan het werk gaan. Ik kan wel stellen dat deze wet zijn doel is voorbijgeschoten. Een vervelend bijeffect: meer stress en meer schulden voor de burger die onverhoopt met deze wet te maken krijgt.

Ik heb al meerdere keren geschreven over het doorgeslagen keuringssysteem, de complexe beoordelingen en natuurlijk de lange wachttijden waar WIA-aanvragers mee te dealen hebben, met alle (financiële) gevolgen van dien. De WIA-beoordelingen zijn behoorlijk complex (daardoor langdurig) en voor veel burgers (als ook voor juristen) onnavolgbaar. Er worden langslepende bezwaar- en beroepsprocedures gevoerd, alleen al om duidelijkheid te verkrijgen over de ondoorgrondelijke beoordeling (zowel die van de verzekeringsarts als die van de arbeidsdeskundige) die veraf van de realiteit staat. Dit zorgt (mede) voor hoge werkdruk bij zowel UWV als de rechtspraak. Momenteel loopt het in allerlei onderdelen van het systeem vast.

Ook gezinsleden, zoals kinderen, de pineut

Dat burgers die ermee te maken hebben - waaronder mijn cliënten en een groot aantal groepsleden in de facebookgroep Arbeidsongeschiktheid & Ziekte die ik enkele jaren geleden ben gestart - eindeloos lang moeten wachten op een besluit van het UWV of uitspraak van de rechter over hun arbeidsongeschiktheidsuitkering, is schrijnend. Zij hebben er niet voor gekozen om ziek te worden. Het gaat om personen die dagelijks moeten leven met hun ziekte en/of (fysieke of psychische) aandoening. Ik noem er slechts een paar: allerlei vormen van kanker, (niet aangeboren) hersenletsel, ME/CVS, Long-Covid, maar ook een burn-out of depressie. Daarbij moeten zij zich in allerlei bochten wringen om financieel rond te kunnen komen. Een bijstandsuitkering verkrijgen is ook niet altijd eenvoudig. Overigens geldt voor personen die er wel recht op hebben dan meestal een participatie- en/of arbeidsplicht (niet iedere gemeente hanteert de mogelijkheid voor ontheffing van de arbeidsplicht op grond van iemands medische situatie). Ik zie steeds meer burgers in nijpende en onrechtvaardige situaties komen. Niet alleen de betrokkene zelf, ook diens gezinsleden kunnen onder de onzekerheid lijden. Kinderen belanden door de complexiteit van de WIA en de achterstanden in armoede. Zelfs als er uiteindelijk een positief besluit wordt genomen door het UWV of uitspraak wordt gedaan door de rechter, is aan het lange wachten en de problemen die zich inmiddels hebben opgestapeld, niets meer te doen. Het behoeft dan ook geen verdere toelichting dat van de term 'positief' bij een gegrond bezwaar- of (hogere)beroepszaak, nauwelijks iets overblijft.

Pleisters plakken

Minister Van Gennip van SZW heeft in het najaar van 2022 enkele tijdelijke buitenwettelijke maatregelen genomen om werknemers die twee jaar ziek zijn op hun werk, sneller duidelijkheid te geven over hun WIA-aanvraag. Eén daarvan is 60-plussers die de WIA-wachttijd hebben doorlopen tijdelijk een vereenvoudigde WIA-beoordeling aan te bieden, waarbij niet altijd een verzekeringsarts betrokken hoeft te zijn. Zo krijgen zij sneller zekerheid.

Ik zie geen gerechtvaardigde reden om alleen specifiek voor een bepaalde leeftijdsgroep deze buitenwettelijke noodgreep in het leven te roepen, puur om achterstanden in te halen. Volgens de stukken van de minister van SZW is het onderscheid naar leeftijd gerechtvaardigd (Nota 3 overleg WIA/Sociaal medisch beoordelen, 24 mei 2022). Naar de burger toe zijn de argumenten hiervoor echter niet erg transparant. Het komt voor een grote groep onrechtvaardig over. Veel jonge personen (helaas), ook die met jonge kinderen, staan al heel lang op een wachtlijst voor behandeling van hun WIA-aanvraag (of bezwaarschrift). Wat moeten zij dan?

WIA-aanvragers krijgen een voorschot terwijl de WIA-aanvraag hangende is en eventueel teveel uitgekeerde voorschotbedragen worden kwijtgescholden. Gebleken is echter dat hiermee de onzekerheid van de WIA-aanvrager niet wordt weggenomen. De wettelijke beslistermijn van acht weken wordt standaard verlengd, maar daarna volgt nog een onzekere periode. Het kan namelijk zo zijn dat de WIA-aanvrager uiteindelijk niet arbeidsongeschikt wordt verklaard. De WIA-aanvrager kan UWV in gebreke stellen, maar het wachten wordt er niet korter op. Nota bene is er een tekort aan UWV verzekeringsartsen, dus ieder dwangmiddel lijkt tevergeefs.

Nog andere pleisters die worden geplakt is dat bij het UWV de medewerkers een loonsverhoging krijgen en minister Weerwind extra geld gaat bieden tegen de werkdruk binnen de rechtspraak. Voor alle medewerkers misschien een fijne oplossing, maar voor de betreffende burger biedt het nog steeds geen hoopvol perspectief.

Kortom, hiermee worden de structurele problemen niet opgelost.

Het WIA-systeem moet fundamenteel op de schop

Naar mijn mening is er sprake van een doorgeslagen objectivering van klachten en beperkingen bij het bepalen van iemands belastbaarheid (met name als het gaat om de duurbelastbaarheid), wat ook weer doorwerkt in de arbeidsdeskundige beoordeling. Mijn cliënten geven het signaal af alles uit de kast te moeten trekken om te ‘bewijzen’ dat ze (nog) niet (volledig) kunnen participeren op de arbeidsmarkt. De beoordeling van de UWV verzekeringsarts strookt vaak niet met die van de bedrijfsarts. Het argument dat door UWV wordt aangevoerd is dat het om een andere beoordelingstoets gaat. Ook worden mijn cliënten geconfronteerd met een groot verschil in inzicht tussen behandelend specialisten en de UWV verzekeringsarts over wat zij wel of niet nog kunnen. De rigide wet- en regelgeving (incl. allerlei protocollen) maakt dit verschil voor hen niet voldoende helder. Dit leidt vaak tot onbegrip bij deze werknemers die al twee jaar ziek zijn en bij wie het in die periode niet gelukt is te re-integreren naar ander werk (Tweede spoor ingevolge de Wet Verbetering Poortwachter). Waarom zouden ze na die twee jaar wel (volledig) aan de slag kunnen?

Overigens is het nog steeds niet makkelijk voor iemand met een arbeidsbeperking aan het werk te komen. Laat staan voor iemand die helemaal niet kan werken door zijn medische situatie, terwijl het UWV van mening is dat dit wel het geval is. Een volgend probleem ontstaat dan wanneer de WIA-aanvrager (ten onrechte) minder dan 35% arbeidsongeschikt wordt verklaard en in de WW terechtkomt of weer gaat werken, maar op enig moment weer opnieuw ziek uitvalt. Dit is in allerlei opzichten onwenselijk.

Ook gedeeltelijk arbeidsongeschikten kunnen in de problemen komen. Dit is het geval wanneer zij moeten voldoen aan de inkomenseis die de WIA stelt. Als zij hier niet aan voldoen, komen ze in een (nog) lagere uitkeringssoort terecht. Deze inkomenseis is er om het werken te stimuleren. Maar werken loont ook niet altijd. Zo zijn er WIA-gerechtigden die als zelfstandige willen beginnen omdat zij (als gevolg van hun arbeidsbeperking) moeilijk aan een baan in loondienst kunnen komen en toch proberen een inkomen te genereren. Voor deze personen is het moeilijk om aan de inkomenseis te voldoen waardoor ze feitelijk in hun inkomen achteruitgaan. Een gemiste kans is dat UWV niet adequaat informeert hierover en deze personen verder ook niet begeleidt, waardoor het risico op (hoge) terugvorderingen aanwezig is. Helaas hebben enkele van mijn (ex)cliënten die moeten ondervinden.

Het gaat dus om een opeenstapeling van problemen.

Het is, onder andere, belangrijk dat:

» (nog meer) schrijnende situaties worden voorkomen.
» bij de medische beoordeling, specifiek bij de vaststelling van een urenbeperking, meer/sneller rekening wordt gehouden met het oordeel van de bedrijfsarts en andere behandelende specialisten (lees; multidisciplinaire benadering).
» het gat tussen theorie en praktijk in de arbeidsdeskundige beoordeling wordt gedicht door aanpassing van het Claimbeoordelings- en Borgingssysteem (CBBS).

Een coalitieakkoord betekent ook iets doen

Een ambities uit het Coalitieakkoord 'Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst’, voor wat betreft de positie van arbeidsongeschikten:

We nemen maatregelen om de arbeidsparticipatie en positie van arbeidsongeschikten te verbeteren. Daarnaast onderzoeken we - in overleg met de sociale partners - hoe ‘hardheden’ in de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) hervormd kunnen worden met oog voor uitvoerbaarheid, betaalbaarheid en uitlegbaarheid.

Maar, wanneer gaat er echt iets gebeuren?!

Aandacht blijft nodig

Op 1 juli 2021 vond een rondetafelgesprek plaats over de WIA-problemen in relatie tot 35-minners (op uitnodiging van de SP heb ik ook mijn pleidooi ingestuurd en toegelicht). Op 4 oktober 2021 overhandigde de SP het Zwartboek Misstanden UWV aan de Tweede Kamer. Op 5 april 2022 hebben VCP, FNV en CNV de vakbonden het witboek ‘Hardheden in de WIA’ aan Kamerleden aangeboden met een overzicht van de belangrijkste hardheden. Zij vragen al een hele lange tijd aandacht voor de hardheden in de WIA. Ook de Sociaal Economische raad heeft geadviseerd om een verlaging van de toetredingsdrempel naar 15% arbeidsongeschiktheid. Op 20 juni 2022 publiceerde Panteia een rapport met aanbevelingen over de 'Hardvochtige effecten op burgers door knelpunten in (uitvoering) wet- en regelgeving binnen de sociale zekerheid' waarin ook de WIA aan de orde komt.

Op al deze rapporten en adviezen reageert minister van Gennip dat er werk aan de winkel is. Het onderwerp is zeker al onder de aandacht en er liggen heel veel bruikbare adviezen, maar het is geen overbodige luxe om de aandacht te blijven trekken. Hopelijk komt de minister op korte termijn met meer concrete en effectieve plannen.

De menselijke maat moet terug!

Andere blogartikelen 

» De eindeloze WIA-weg
» Terugvordering WIA voor ondernemers
» De Hardheden in het WIA- stelsel
» Het Doorgeslagen keuringssysteem
» Brief aan de SP inzake UWV beoordelingen

› Terug naar home
› Naar Blogartikelen