Ingezonden brieven over homo die beter kon verdwijnen

Geschreven door: D. Deijle
Geplaatst op www.ojau.nl, 21 juli 2018

In de betaalde editie van de Bunschoter, d.d. vrijdag 20 juli 2018 op pagina 14 (foto links), is een brief geplaatst die ik had ingezonden als reactie op het ingezonden artikel in hetzelfde nieuwsblad, d.d. 13 juli 2018 op pagina 23, met kop 'CDA wacht op geluidsband homo'. Het is in dat artikel goed om te lezen dat fractievoorzitter van CDA in Bunschoten, Ariean van de Groep, vragen heeft gesteld aan wethouder Alice Kok, naar aanleiding van het artikel in de Volkskrant van 16 juni 2018. Zij gaf aan dat als het zo is gegaan zoals hierin beschreven, dit ontoelaatbaar is. Het College had de geluidsopname helaas nog niet kunnen beluisteren.

In het ingezonden artikel in de Bunschoter van 13 juli 2018 (foto links) is echter een onvolledige weergave van de feiten gegeven. Vandaar een reactie van mijn kant die geplaatst is in de Bunschoter van 20 juli 2018, met de volgende inhoud:

"De persoon om wie het gaat heeft zich in april 2017 tot mij gewend om in hoger beroep te gaan tegen de uitspraak van de rechtbank over de intrekking en terugvordering van zijn bijstandsuitkering door Uitvoeringsinstantie Baarn, Bunschoten (hierna: “de BBS”). De vorige advocaat van mijn cliënt had besloten de opname van een gesprek in het kader van een rechtmatigheidsonderzoek, en dat had plaatsgevonden in maart 2016, niet in te brengen in de bezwaar- en beroepsprocedure. Dat is iets anders dan weigeren, zoals wordt gesteld door de Wethouder.

In de (hogere) beroepsprocedure heb ik wel de geluidsopname ingebracht, aangezien cliënt er niets (meer) mee kan verliezen. Hopelijk neemt de Centrale Raad van Beroep (hierna: “de Raad”) dit bewijs alsnog mee in de beoordeling over de intrekking van de bijstand. Het dient als extra bewijs voor hetgeen eerder was aangevoerd. In dit gesprek hebben de sociaal rechercheurs ongeoorloofde uitspraken gedaan naar mijn cliënt toe, die figuurlijk in een hoek werd geduwd. Er werd emotionele druk op hem uitgeoefend met uitspraken die onacceptabel zijn. Het verhaal is op 11 oktober 2017 hier geschreven: Intrekking bijstand, 'hij kon als homo maar beter verdwijnen'.

Voor mijn cliënt heb ik het opgenomen gesprek uitgewerkt en meegestuurd met het beroepschrift ter ondersteuning van de beroepsgronden. Er is mijns inziens sprake van onomstotelijk bewijs waaruit blijkt dat de gemeente Bunschoten de bijstandsuitkering op basis van vooronderstellingen en willekeur heeft ingetrokken. In het beroepschrift heb ik aangegeven dat mijn cliënt de Raad in de gelegenheid stelt deze opname te beluisteren. En dat is niet makkelijk voor mijn cliënt. De wederpartij, de gemeente Bunschoten, krijgt hier dus ook gelegenheid toe. In het opgestelde verweerschrift van de gemeente Bunschoten werd echter helemaal niets vermeld over de gedragingen van de sociale rechercheurs zoals ik namens mijn cliënt in het beroepschrift uitgebreid heb geschetst. Ook is niet om de geluidsopname verzocht. En dat terwijl in het beroepschrift wordt aangevoerd dat er sprake is van ontoelaatbare gedragingen, en een door mijn cliënt ondertekende verklaring die tot stand is gekomen onder ongeoorloofde druk. Als de gemeente Bunschoten zich wil verweren, is het raadzaam en vooral fair om alsnog de geluidsopname te beluisteren of er in ieder geval iets over na te vragen. Wellicht doet dat een nieuw licht scheppen op de zaak. Hiermee hoeft niet te worden gewacht tot een eventuele zitting.

Voorts hebben mijn cliënt en ik in mei 2017 een klacht ingediend bij de gemeente Bunschoten, die betrekking had op de onheuse bejegening door de sociaal rechercheurs jegens mijn cliënt. Een feitelijke weergave van wat is gezegd in het gesprek door de sociaal rechercheurs, en dat betrekking heeft op onder andere zijn verleden en seksuele geaardheid, is hierin beschreven. Ook is vermeld dat er een opname is van het gesprek. Deze klacht is door de gemeente Bunschoten echter niet in behandeling genomen, omdat het een gedraging betrof die langer dan een jaar geleden had plaatsgevonden. Hiermee was ik het niet eens. De gemeente Bunschoten had de klacht wél in behandeling mogen nemen maar was het enkel niet verplicht. Na een lange periode is het soms lastig om zaken terug te halen. Het is begrijpelijk als op basis daarvan een gemeente een klacht niet meer in behandeling neemt. Echter, in dit geval kon alles van een jaar geleden nog worden teruggehaald, omdat het gesprek is opgenomen. En dat was ook vermeld in de klacht.

In juli 2017 hebben mijn cliënt en ik een klacht ingediend bij de gemeentelijke ombudsman. Ook hierin werd de geluidsopname vermeld. Die klacht is wederom bij gemeente Bunschoten terechtgekomen en wij werden uitgenodigd voor een gesprek. Wij dachten juist omdat de gemeentelijke ombudsman hier mogelijk op had aangestuurd. Echter, toen wij eenmaal bij de gemeente Bunschoten tegenover enkele medewerkers zaten, bleek dat hiervan geen sprake was. Het was een misverstand, de klacht was ten onrechte bij hen terechtgekomen. Wij mochten gerust over de onheuse bejegening praten, maar er zou verder niets mee worden gedaan omdat de klacht al was afgehandeld. Ook werd verder niet gevraagd naar de geluidsopname.

Mijn cliënt en ik hebben een tweede klacht ingediend bij de gemeentelijke ombudsman omdat de gemeente Bunschoten ons voor niets had laten komen. Deze klacht is gegrond verklaard. Echter, de klacht over de onheuse bejegening door de sociaal rechercheurs werd niet in behandeling genomen door de gemeentelijke ombudsman, omdat de situatie en het gedrag nu is voorgelegd aan de Raad. Ik heb nog een reactie geschreven hierop, omdat de ongeoorloofde gedraging van de sociaal rechercheurs naar mijn mening los staat van het feit dat de bijstandsuitkering is ingetrokken. Ook als de bijstandsuitkering niet was ingetrokken, blijft de onheuse bejegening onacceptabel.

Hoe dan ook heeft de gemeente Bunschoten in ieder geval ná de bezwaar- en beroepsprocedure, dus in de klachtenprocedure en in de lopende hogere beroepsprocedure, voldoende gelegenheid gekregen om de geluidsopname alsnog te beluisteren. Tot op heden heeft niemand ons nog tot ons gewend. Het staat de fractievoorzitter van CDA in Bunschoten en de Wethouder vrij om contact op te nemen met mij hierover."

Ik en mijn cliënt zijn heel erg benieuwd wanneer wij iets vernemen van de Wethouder en de CDA fractievoorzitter. Wij wachten het af. En wordt vervolgd.

Lees ook:
Het artikel in de Volkskrant, d.d. 16 juni 2018, "De doorgeslagen jacht op de bijstandsfraudeur", door Jonathan Witteman

Terug naar Blog