De strijd voor erkenning blijft noodzaak

Geschreven door: D. Deijle
Geplaatst op www.ojau.nl, 30 mei 2018

Naar aanleiding van het artikel ‘Waarom de strijd tegen het UWV je kapot kan maken - en hoe het anders kan’ van De Correspondent, zijn op 9 april 2018 Kamervragen gesteld door Jasper van Dijk en Michiel van Nispen (SP) aan de ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Szw) en Rechtsbescherming. Op 17 mei 2018 heeft de Staatssecretaris van Szw, omdat het zijn beleidsterrein is, antwoorden gegeven (vraagnummer 2018Z06491). Een vraag was hoe verklaard kan worden dat iemand die vanwege de ernst en uitzichtloosheid van haar ziektebeeld in een euthanasie-procedure zit, toch als werkvermogend wordt beoordeeld. Het antwoord van de Staatssecretaris luidde dat het feit dat betrokkene contact heeft opgenomen met een Levenseindekliniek, de ernst en uitzichtloosheid van het ziektebeeld onderstreept. UWV bepaalt zorgvuldig op basis van een professioneel oordeel of iemand al dan niet arbeidsvermogen heeft, ook als iemand in een euthanasie-procedure zit.

Maakt u maar bezwaar

Het gaat in deze situatie over personen die al op jonge leeftijd arbeidsgehandicapt zijn geworden en die allen voor 1 januari 2018 opnieuw beoordeeld moesten worden. Zo ook de vrouw in de situatie naar aanleiding waarvan Kamervragen zijn gesteld. Zij zou een vooraankondiging hebben ontvangen met het voornemen om haar in te delen in de categorie “arbeidsvermogen”. De vrouw zou dus nog kunnen werken. Tevens zou zij informatie over de medische situatie moeten verstrekken als zij het hier niet mee eens was. Echter, omdat deze vrouw uitbehandeld was, had zij al heel lang geen contact meer met specialisten. Dus allerlei onderzoeken moesten opnieuw worden opgestart en daar gaat doorgaans enige tijd overheen. Helaas duurde dit voor het UWV te lang en besliste ineens dat de vrouw arbeidsvermogen heeft, zonder een inhoudelijke beoordeling van haar situatie op basis van medische gegevens die nog verstrekt zouden worden.

Het antwoord van de Staatssecretaris kwam er kort gezegd op neer, dat de vrouw de mogelijkheid heeft tegen dat besluit bezwaar aan te tekenen, hetgeen zij ook heeft gedaan. Aan de  vrouw wordt in feite dus een juridische strijd opgelegd waar zij natuurlijk helemaal geen energie voor heeft.

OJAU ziet het regelmatig gebeuren dat mensen die dagelijks te maken hebben met zware medische klachten, de strijd moeten aangaan met een uitkeringsinstantie of een gemeente in het kader van een Ziektewet-, WIA en WAJONG-uitkering of een WMO voorziening.

Het zou allemaal veel sneller en mensvriendelijker kunnen. In het artikel van De Correspondent wordt de mogelijkheid van mediaton beschreven en dat dit een standaardaanpak zou moeten zijn die burgers desgewenst kunnen inruilen voor een klassieke bezwaarprocedure. Van Dijk en Van Nispen hebben ook Kamervragen gesteld over het gebruik van Mediation. De reactie van de Staatssecretaris was dat de inzet van Mediation inderdaad moet worden besproken, en het is het standaard beleid om hier op in te gaan als het verzoek van de klant komt. Daarnaast zet het UWV in de reguliere behandeling van bezwaarzaken mediationtechnieken in, met name tijdens het telefonisch contact dat standaard direct na ontvangst van de bezwaarzaak plaatsvindt.

Een goed streven om even de telefoon erbij te pakken. Het klinkt zo simpel, maar het lijkt er in veel zaken vaak op dat het UWV gebukt gaat onder hoge werkdruk en er sprake is van een gebrek aan een niet efficiënte houding op de werkvloer. Er voor zorgen dat het voor een persoon met medische klachten die soms zelfs in schrijnende situatie verkeren, zo oplossingsgericht mogelijk kan worden opgepakt, schiet er in de praktijk blijkbaar toch vaak bij in. Laat staan dat er tijd is voor mediation. Want dat zou dan naast een medische en arbeidsdeskundige beoordeling moeten plaatsvinden, aangezien die beoordeling gewoon dient plaats te vinden.

Hoe logisch is mediation

OJAU ziet niet zo snel in waarom het toepassen van mediation iets kan bijdragen in beoordelingen omtrent ziekte, arbeidsvermogen, arbeidsongeschiktheid en hulpbehoevendheid. Deze begrippen worden in wet- en regelgeving namelijk geobjectiveerd. Het al dan niet toekennen van een uitkering of een WMO-voorziening, is gebaseerd op een brei aan wettelijke (soms ondoorgrondelijke) bepalingen. De uitvoeringsinstantie moet beoordelen of een persoon zodanige medische klachten heeft, dat hij of zij daardoor niet of bijna niet meer kan werken. Zo’n beoordeling wordt door een verzekeringsarts of andere arts uitgevoerd op basis van o.a. medische gegevens van een persoon. Een gemeente moet beoordelen of iemand zodanig beperkingen heeft dat hij of zij op grond daarvan een gemeentelijke voorzieningen toegekend kan krijgen. Voor bijvoorbeeld een woonaanpassingen vanuit de WMO, moeten er ook complete bouwtechnische adviezen komen. Er komt nogal wat bij kijken. Voor een arbeidsongeschiktheidsuitkering geldt dat zolang de verzekeringsarts (en mogelijk daarna een arbeidsdeskundige) niet heeft vastgesteld dat er medische beperkingen zijn, ook niet kan worden erkend dat een persoon daadwerkelijk belemmeringen ondervindt en niet meer kan werken. Daar vormt zich dan een meningsverschil dat met allerlei mediationtechnieken niet makkelijk kan worden beslecht. OJAU constateert dat bij een persoon met een beperking op dit vlak al veel stress kan ontwikkelen. Hij of zij voelt zich vaak onbegrepen. Overigens, voor mediation zou er eigenlijk sprake moeten zijn van een onafhankelijke en onpartijdige Mediator. Maar wat valt hier daadwerkelijk te mee te behalen? Een uitkering kan toch niet worden toegekend zolang er geen medische, dan wel arbeidsdeskundige beoordeling heeft plaatsgevonden. Tevens zijn er allerlei strenge criteria die op de loer liggen. Als voorbeeld kunnen we de "Standaard duurbelasting in arbeid" nemen, op basis waarvan het UWV beoordeelt of iemand 40 uur in de week kan werken met zijn of haar beperkingen. OJAU behartigt regelmatig de belangen van personen die vinden dat zij echt niet 40 uur kunnen werken met de beperkingen die zij hebben, en hebben ontzettend veel stress daarover. Hoe gaan we dat oplossen?

Vanuit een menselijke blik

Men kan het met allerlei luxe termen omschrijven maar een gesprek voeren om een persoon met zware medische klachten tot kalmte te brengen, is geen mediation. Naar de mening van OJAU zou het UWV of een gemeente sowieso eerst eens kritisch en met een menselijke blik moeten kijken naar de wijze van communicatie gericht op de personen die met medische beperkingen leven die een beroep (moeten) doen op een uitkering of voorziening. Iemand die uitbehandeld is en mogelijk niet lang meer te leven heeft, behoeft toch even een bijzondere aanpak. Het is zeker geen overbodige luxe om de eigen uitvoeringspraktijk eens goed onder de loep te nemen en zich te bezinnen op welke wijze nou zo effectief en oplossingsgericht mogelijk resultaten kunnen worden behaald, zonder emotionele schade aan te richten bij een persoon die te kampen heeft met zware medische beperkingen. Al is het maar om al die nare bijwerkingen van een juridisch steekspel zoveel mogelijk te voorkomen. Daar kan al heel wat mee gewonnen worden. Een juridisch proces wordt het waarschijnlijk toch wel, maar laat het dan geen strijd worden.

Verzachtende omstandigheden

Het verloopt allemaal zo star. Het UWV zou zich pro actiever kunnen opstellen en de beslissing over de WAJONG van de vrouw in het artikel van de Correspondent bijvoorbeeld kunnen intrekken, en haar een kans geven om alle informatie aan te leveren die nodig zijn en daarna alsnog een besluit nemen.

Op grond van artikel 6:19 van de Awb is een bestuursorgaan, maar ook een uitvoeringsinstantie zoals het UVW, bevoegd om het primaire besluit te wijzigen, in te trekken of te vervangen, zelfs hangende een bezwaarprocedure. Deze mogelijkheid staat ook open wanneer de wijziging, intrekking of vervanging van het primaire besluit plaatsvindt, naar aanleiding van de ingebrachte bezwaren. Een enkele rechtshandeling kan al een stress verlagende werking hebben voor een persoon die ziek is. Het belang van de vrouw is logisch gezien vele malen groter dan het belang van het UWV.

Dit zou naar OJAU’s mening het geval van de vrouw terecht zijn. Klaarblijkelijk heeft het UVW in de situatie van deze vrouw zonder enige beoordeling van recente medische gegevens het besluit genomen dat de vrouw arbeidsvermogen heeft. Derhalve zullen medische gegevens van de vrouw pas voor het eerst in een bezwaarprocedure inhoudelijk worden beoordeeld en als het UWV op basis daarvan heeft vastgesteld dat de vrouw arbeidsvermogen heeft, dient de vrouw zich tot de bestuursrechter te wenden. Zij wordt dus al direct om de oren geslagen met juridische procedures. Niet wenselijk omdat een dergelijke procedure nogal zwaar beladen klinkt en iemand het gevoel kan geven van strijd of een gevecht.

De oplossing nog lang niet nabij

Er kan nog een heleboel worden geschreven maar het lijkt erop dat het er niet beter op gaat worden. De regering wil de criteria voor een arbeidsongeschiktheidsuitkering volgend jaar aanscherpen. Het kabinet wil zo de instroom in de WIA verlagen. Straks bestaat er geen recht op een WIA-uitkering als er al één functie is die de zieke of lichamelijk beperkte kan doen. Nu zijn dit er drie. Bij dergelijke wetswijzigingen zal het er voor veel personen niet prettiger op worden en is de kans op een juridische strijd alleen maar hoger. De vraag is dan ook wat de aanpak van mediationtechnieken of een goed gesprek in die gevallen zou kunnen bijdragen als een doodzieke persoon te horen krijgt dat hij of zij 40 uur kan werken als wikkelaar of postkamer medewerker om documenten in te scannen - functies die mogelijk vaak uit het keuringsboek van het UWV, dat officieel claimbeoordelings- en borgingssysteem (CBBS) heet, zullen rollen -  maar de zieke persoon vervolgens niet aan het werk komt.

Het is wachten op nieuwe problemen, en de enige mogelijkheid die net als nu vast en zeker het meest voor de hand liggend is, is het aangaan van die eeuwigdurende juridische strijd.

Terug naar Blog

Juridische hulp bij uitkering

Verzamelpagina arbeidsongeschiktheid en ziekte