Welke WGA-uitkeringssoort krijg ik en hoe lang?
Geschreven door: Dewi Deijle
Geplaatst op www.ojau.nl, 27 augustus 2021
Ik krijg wekelijks vragen van WIA-gerechtigden die in onzekerheid verkeren over de duur van hun WIA-uitkering. Ze hebben dan een brief van het UWV gekregen, maar die is helaas vaak erg standaard. Als het bijvoorbeeld gaat om het naderende einde van de Loongerelateerde-uitkering, heerst er wat verwarring over wanneer een eventuele herkeuring plaatsvindt en welke uitkering iemand daarna krijgt. Vandaar even een korte uiteenzetting.
Van LGU naar….
Als iemand gedeeltelijk arbeidsongeschikt is en aanspraak maakt op een WIA-uitkering voor Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA), dan krijgt hij eerst een Loongerelateerde-uitkering (LGU) voor een bepaalde duur die gelijk is aan de duur van de WW-uitkering. De berekeningssystematiek voor de LGU - denk aan de wekeneis, berekening arbeidsverleden en vroegere loon - is dus gelijk aan die voor de WW. Iemand kan een LGU krijgen van 3 tot maximaal 24 maanden.
Welke uitkering de WIA-gerechtigde daarna krijgt, hangt af van of hij nog werkt en hoeveel hij daarmee verdient. Als hij niet werkt, wordt gekeken hoeveel hij (theoretisch gezien) kan verdienen. Ongeveer 3 maanden voordat de LGU afloopt krijgt de WIA-gerechtigde een brief van UWV. Hierin staat welke andere WIA-uitkering hij na de LGU krijgt. De arbeidsdeskundige van UWV heeft bij de eerdere beoordeling vastgesteld hoeveel iemand zelf kan verdienen. Als hij daarvan minstens de helft verdient (zie hieronder over de 'inkomenseis'), krijgt hij een Loonaanvullingsuitkering (LAU).
Als er niets verandert in de situatie, krijgt hij de uitkering totdat de AOW-leeftijd is bereikt. Als iemand echter minder verdient (of gaat verdienen) dan de helft van wat hij volgens de arbeidsdeskundige kan verdienen, dan krijgt hij een Vervolguitkering (VVU).
Inkomenseis voor de LAU
Indien de duur van de LGU is verstreken ontvangt de werknemer een LAU of een VVU. Voor de LAU geldt een inkomenseis:
De inkomenseis wordt vastgesteld op de dag dat recht ontstaat op een WGA-uitkering en is voor de verzekerde die in staat is met arbeid meer dan 20% te verdienen van het maatmaninkomen per uur, gelijk aan 50% van de resterende verdiencapaciteit. Er kunnen dus twee situaties van toepassing zijn:
1. Tussen 35-80%
Wanneer de mate van arbeidsongeschiktheid tussen de 35 en 80% zit, heeft de WIA-gerechtigde verdienvermogen en wordt de inkomenseis van toepassing. De arbeidsongeschikte werknemer moet dan tenminste 50% van het loon verdienen dat hij volgens het UWV nog kán verdienen.
De arbeidsdeskundige berekent tijdens een (her)keuring wat iemand nog kan verdienen. Dit doet hij o.a. aan de hand van het loon voordat iemand ziek werd (maatmanloon) en de functies die zijn geduid, rekening houdend met de beperkingen die de verzekeringsarts heeft vastgesteld. Stel dat de arbeidsongeschikte werknemer € 1.500 per maand kan verdienen, dan moet hij daarvan dus daadwerkelijk minstens € 750,- verdienen. Doet hij dat niet, dan wordt de LAU omgezet naar een VVU.
Voor de personen die vanaf toekenning van de WIA al in een klasse 35-80% vallen, gaat de inkomenseis in direct na afloop LGU. Dan is in de toekenningsbeslissing ook al aangegeven wat de inkomenseis inhoudt.
2. Tussen 80%-100%
Wanneer de WIA-uitkering gebaseerd is op 80-100% arbeidsongeschiktheid, dan is er dus geen verdienvermogen en geldt de inkomenseis niet. De uitkeringsgerechtigde behoudt dus een LAU. Als zelfs na enige tijd blijkt dat de situatie blijvend is, dan kan hij mogelijk recht hebben op een IVA-uitkering (WIA-uitkering voor volledig en duurzaam arbeidsongeschikten).
Als tijdens een herkeuring blijkt dat de arbeidsongeschikte werknemer meer kan, met als gevolg dat de mate van arbeidsongeschiktheid ergens tussen de 35-80% komt te liggen, dan gaat de inkomenseis ook gelden. De inkomenseis gaat echter niet direct in, maar pas 24 maanden na de nieuwe vaststelling. Dit betekent dat iemand dan nog 24 maanden de tijd heeft - zonder dat de inkomenseis geldt - om te re-integreren. Het gaat erom dat hij tijd krijgt om eraan te wennen dat hij weer zal moeten terugkeren naar de arbeidsmarkt, en kan zich daar dan (mentaal en praktisch) op voorbereiden, al dan niet met behulp van het UWV.
Inkomensgat
Na 24 maanden zal de WIA-gerechtigde dus wel minimaal de helft moeten verdienen van wat hij volgens de UWV arbeidsdeskundige kan verdienen. Anders valt de WIA-gerechtigde terug in de VVU en kan dan in een enorm inkomensgat terechtkomen. Met deze uitkering daalt het totale inkomen enorm. De VVU is namelijk gebaseerd op het minimumloon. RTL Nieuws heeft op 24 juni 2021 aandacht geschonken aan dit thema: "Financieel drama voor arbeidsongeschikten door strikte regel", door Roel Schreinemachers.
Werken loont, zegt UWV. Maar helaas is dat niet altijd het geval. Lees hier over de zaak bij iemand die dat overkwam: werken loont niet altijd.
Wanneer een nieuwe sociaal medische beoordeling?
In de brief met de overgang van LGU naar een LAU of VVU staat meestal niks over een herkeuring. Theoretisch gezien zou iedere WIA-gerechtigde voorafgaand aan het einde van de LGU weer een nieuwe sociaal medische beoordeling (dus herkeuring) moeten krijgen, maar de praktijk laat wel zien dat er vaak wordt gekozen voor een overgangsbeslissing zonder deze herkeuring.
Het komt ook voor dat als er bezwaar wordt gemaakt, alsnog de herkeuring volgt. De werkgever (als het gaat om een eigenrisicodrager) kan bezwaar maken tegen de overgangsbeslissing die de (ex-)werknemer heeft gekregen. Een werkgever is bijvoorbeeld van mening dat zijn (ex-)werknemer meer of minder (of zelfs duurzaam) arbeidsongeschikt is, en dat daarom alvorens de LGU overgaat naar een LAU (of VVU) het arbeidsongeschiktheidspercentage opnieuw moet worden bekeken.
Als vragenstellers bij mij komen met de vraag: wanneer kan ik een keuring verwachten?
Dan heb ik daar dus geen kant en klaar antwoord op. Als bij de eerste medische beoordeling duidelijk is aangegeven dat na een bepaalde periode een herkeuring gaat plaatsvinden, dan zou men daarop kunnen afgaan. Maar of de herkeuring in de praktijk daadwerkelijk gaat gebeuren, is nog maar de vraag. Dit heeft ook te maken met de hoge werkdruk van verzekeringsartsen. De instroom van WIA claims is al enige tijd gigantisch hoog.
Angst voor een herkeuring
Ik hoor veel vragenstellers zeggen dat ze bang zijn voor een herkeuring. Dit is te begrijpen. Het kan namelijk voorkomen dat na een herkeuring een lager arbeidsongeschiktheidspercentage wordt vastgesteld. Het kan zelfs voorkomen dat er minder dan 35% uitkomt, zelfs na een 80%-100% arbeidsongeschiktheidssituatie, en dan vervalt de gehele WIA uitkering.
Mijn advies is dan ook om het aan het UWV over te laten. Als iemand niet wordt opgeroepen voor een herkeuring, dan hoeft hij daar zelf niet achteraan. Dat is verder ook niet wettelijk verplicht (behalve als de gezondheidssituatie is verbeterd, dan dient de WIA-gerechtigde dit wel aan het UWV door te geven).
Op de website van UWV is veel algemene informatie te vinden over de verschillende uitkeringssoorten in de WIA, als ook over de hoogte ervan, of kijk op het platform UWV Perspectief, voor en door mensen met een arbeidsongeschiktheidsuitkering, voor meer specifiekere vragen. Voor hulp bij terugkeren naar de arbeidsmarkt kan UWV eventueel hulp bieden. Bekijk op de website, onder re-integreren tijdens mijn WIA-uitkering, welke re-integratievoorzieningen er zijn.
Zelf herkeuring vragen
Nog even een aandachtspuntje: als de gezondheidssituatie is verslechterd en de WIA-gerechtigde is van mening dat hij meer arbeidsongeschikt is, dan kan hij zelf ook om een herkeuring vragen. Hier zit dan wel het risico aan vast – net zoals bij het maken van bezwaar - dat een verzekeringsarts vindt dat hij juist meer arbeidsgeschikt is met als gevolg dat de arbeidsongeschiktheid juist naar een lager percentage wordt vastgesteld. Het verdient dus aanbeveling om met eventuele verklaringen van specialisten en andere waardevolle medische documenten aan te tonen dat de gezondheidssituatie is verslechterd.