VN-verdrag Handicap
Niet alleen voor de rot klusjes op het werk
Blogartikel door: Dewi Deijle
Gepubliceerd op www.ojau.nl, 8 augustus 2017
Op 14 juli 2016 trad het VN-verdrag handicap in Nederland in werking. Het doel van dit verdrag is dat de positie van mensen met een beperking verbetert. Het gaat niet alleen om fysieke beperkingen maar ook om visuele, auditieve, verstandelijke en psychische beperkingen. Het College voor de Rechten van de Mens heeft als toezichthouder de taak de naleving van het verdrag te bevorderen. Het College is in gesprek met mensen en organisaties over de vraag hoe we er in Nederland voor kunnen zorgen dat mensen met een beperking volwaardig aan de samenleving kunnen deelnemen. Het College heeft de staatssecretaris van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en het bureau dat de implementatie uitvoert gevraagd om de ‘16 punten voor volwaardige deelname van mensen met een beperking aan de samenleving’ op de agenda te plaatsen en op te volgen. Als het om de uitvoering van het aspect ‘werken met een handicap’ gaat, vindt het College dat:
• Het werk voor mensen met een beperking lonend, relevant en duurzaam is.
• Dat de Participatiewet zodanig moet worden uitgevoerd dat er ruimte bestaat voor individuele benaderingen.
• Dat het voor werkgevers aantrekkelijk en mogelijk moet worden gemaakt om mensen met een beperking duurzaam aan te nemen, voor langere tijd en met de juiste benodigdheden.
• Er moet voor gezorgd worden dat deze werkgevers verzekerd zijn tegen ziekte en uitval van een werknemer en (structureel) financieel worden ondersteund
• Dat er gebruik wordt gemaakt van goede voorbeelden van werkgevers die erin slagen om mensen met een beperking binnen te halen en te behouden.
(Bron: College voor de Rechten van de Mens)
Omslag in denken te enthousiast ingeschat?
Volgens Staatsecretaris J. Klijnsma van Sociale zaken is bij werkgevers een omslag in denken is ontstaan. Dat is positief. Aan de andere kant lees en hoor ik ook her en der, dat mensen met een beperking nu geacht worden volledig aan het arbeidsproces deel te kunnen nemen, maar waarbij de benutbare mogelijkheden soms veel te ambitieus wordt aangenomen. Ook in WIA- en ZW-zaken zie ik nog steeds dat de belastbaarheid van deze mensen te vaak wordt overschat, vooral bij mensen met een psychische aandoening of met een voor de buitenwereld onzichtbare ziekte. Ik lees en hoor om mij heen dat een persoon met een (arbeids)beperking gerust de hele dag het kopieerwerk kan doen, het schoolplein kan schoon houden of papiersnippers prikken. Maar het lijkt me niet de bedoeling dat deze persoon alleen maar de (vervelende) klusjes hoeft te doen die anders blijven liggen. Een arbeidsgehandicapte die aan het werk wil en kan, heeft óók recht op doorgroei, uitdaging en persoonlijke ontwikkeling. Dat versta ik onder ‘lonend, relevant en duurzaam’.
We zullen zien hoe het zal gaan verlopen met de implementatie en de uitwerking van het Verdrag.
Ziet u op de werkvloer iets dat niet door de beugel kan of maakt u als arbeidsgehandicapte zelf iets mee dat niets te maken heeft met een lonende, relevante en duurzame werkplek, en weet u niet waar of hoe u uw klacht kunt indienen? Schroom niet om bij OJAU aan de bel te trekken voor een eventuele verwijzing naar de juiste hulp, zodat mogelijke misstanden niet achter gesloten deuren blijven.