De complexe Wmo-procedure voor woningaanpassing
Geschreven door: Dewi Deijle
Geplaatst op www.ojau.nl, 17 februari 2022
Op grond van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo 2015) wordt door de gemeente een subsidie toegekend voor woningaanpassingen. Gemeenten hebben hierin echter een grote beleidsvrijheid, wat tot rechtsongelijkheid kan leiden. En is het verhuisprimaat in deze tijd van woningcrisis nog wel te rechtvaardigen?
Melding en keukentafelgesprek
Als u medische problemen heeft met als gevolg dat uw woning niet meer geschikt is voor u, dan kunt u een melding doen bij de gemeente, loket Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) voor een woningaanpassing. De gemeente moet binnen zes weken na de melding van een cliënt een onderzoek op grond van de Wmo uitvoeren. Uitgangspunt in de Wmo 2015 is dat u zelf oplossingen zoekt. Gekeken zal worden of het van u gevergd kan worden om zelf tot een oplossing te komen.
Eerst zal er een een medewerker van de gemeente op bezoek komen bij u voor een zogenoemd 'keukentafelgesprek'. In dat gesprek komen de noodzakelijke woningaanpassingen aan de orde. De medewerker van de gemeente zal enkele vragen met u doornemen die betrekking hebben op wat u nog zelf kunt, en waar u problemen mee heeft in uw woning. Misschien is de badkamer te klein omdat u er niet met uw rolstoel of rollator in kan komen, wellicht heeft u een traplift nodig, of moet er een andere soort verbouwing komen op de begane grond.
Het uitgangspunt voor het keukentafelgesprek is om uw situatie in kaart te brengen en slechts oriënterend. Het loont echter wel de moeite om u goed op het gesprek voor te bereiden en/of een beroep te doen op onafhankelijke (en kosteloze) cliëntondersteuning binnen uw gemeente. Het onderzoek dient objectief plaats te vinden en mag niet tot een impliciet of expliciet vooropgezette uitkomst leiden.
Na dit gesprek kan de gemeente de melding aanmerken als een officiële aanvraag, waarbij de beslistermijn begint te lopen (zie verderop).
Adviesronde
Als blijkt dat een maatwerk woningaanpassing nodig is, dan volgt er een adviesronde dat wordt georganiseerd door de gemeente: een medisch deskundige (arts) beoordeelt uw beperkingen, een medisch-ergonomisch adviseur (ergotherapeut) beoordeelt de situatie bij u thuis en kan een programma van eisen opstellen, en zo nodig bekijkt een bouwkundige de technische aanpassingsmogelijkheden. In het medische gedeelte wordt weergegeven welke objectieve beperkingen er zijn. Het ergonomische deel bevat een eisenpakket en een overzicht van de knelpunten die in de woning zijn vastgesteld. Ook zal worden beoordeeld of u aan uw huidige woning gebonden bent en wordt er een kostenbegroting/calculatie over de woningaanpassing uitgebracht op basis van het programma van eisen dat een ergotherapeut heeft opgesteld.
U kunt zelf ook een ergotherapeut benaderen (of wellicht bent u al onder behandeling bij een ergotherapeut) die met u de meest optimale oplossing bespreekt. Een ergotherapeut die in opdracht van de gemeente als indicatieadviseur uw situatie moet vaststellen, zal mogelijk de goedkoopst compenserende woonvoorziening vaststellen. Een persoonlijk eisenpakket van een ergotherapeut is echter wel belangrijk, omdat het de basis vormt voor het bouwplan en het Wmo-overleg over uw wensen voor woningaanpassing. Ook speelt het advies een rol in een eventuele bezwaar- en beroepsprocedure, als die onverhoopt nodig is.
De conclusies van de adviseurs - over uw situatie en welke eventuele eisen er gesteld moeten worden aan uw woning - worden in een rapport vervat dat wordt versterkt aan de gemeente. Vraag het rapport op bij uw gemeente en laat dit beoordelen door een deskundige (zoals een jurist), of door een andere (sociaal, medisch, bouwkundig) adviseur die u zelf inschakelt. Het rapport vormt immers de (juridische) basis voor alle stappen die de gemeente verder gaat zetten. En voor u kan het al ontzettend veel energie kosten om alles zelf uit te pluizen. Het is vaak al emotioneel genoeg, want u heeft zelf niet voor deze situatie gekozen.
De beslissing
De gemeente beslist op grond van dit adviesrapport of u de voorziening maatwerk woningaanpassing toegewezen krijgt. Krijgt u een woningaanpassing via de gemeente, dan kunt u kiezen voor een maatwerkvoorziening in natura of dat u de aanpassing zelf regelt met een persoonsgebonden budget, waarbij u meer vrijheid heeft.
Verhuisprimaat
Veel gemeenten (dus niet de medisch deskundige of andere adviseurs) bekijken eerst of het mogelijk is dat u verhuist naar een woning die beter geschikt voor u is en of dat binnen een bepaalde termijn mogelijk is. Zo ja, dan krijgt u de gevraagde aanpassingen in uw huidige woning niet vergoed. Dat kan overigens ook aan de orde zijn als de aanpassing van uw woning een complexe verbouwing betekent. Voor het aanbrengen van een aantal minder ingewikkelde aanpassingen zal de gemeente u niet snel laten verhuizen.
De gemeente zal dus meestal eerst onderzoeken of een verhuizing mogelijk is naar een andere woning. De woonruimte dient overigens ook te voldoen aan het programma van eisen of (veel) goedkoper aanpasbaar te zijn dan uw huidige woning. Voor veel mensen is verhuizen echter erg ingrijpend. Ook voor u kan het hard aankomen als de gemeente beslist dat verhuizen de meest adequate oplossing is, terwijl er juist voor u wel zwaarwegende omstandigheden zijn om niet te verhuizen.
De adviseur moet ook nagaan of u aan uw huidige woning gebonden bent, bijvoorbeeld vanwege onmisbare mantelzorg van familie, vrienden of buren in uw naaste omgeving. Verder moet een verhuizing binnen uw financiële mogelijkheden vallen. Dergelijke situaties vormen een contra-indicatie om verhuizen als primaat te kiezen. Het verdient dus aanbeveling om goed in de gaten te houden dat er rekening wordt gehouden met uw persoonlijke situatie.
Als u toch moet verhuizen, geeft de gemeente u een bijdrage in de verhuiskosten. Meestal is dit een vastgesteld forfaitair bedrag. Overigens is dit bedrag vaak onvoldoende als dekking voor de werkelijke kosten van verhuizing en herinrichting. Hier kunt u tegen ageren.
De beslissing kan dus weliswaar zijn dat verhuizing naar een adequate woning de goedkoopst compenserende oplossing is, maar is er dan ook binnen een redelijke termijn (bijv. zes maanden) een woning beschikbaar? Nu er sprake is van een woningcrisis, is het de vraag of er daadwerkelijk binnen redelijke termijn een geschikte woning beschikbaar is.
Beslistermijn en dwangsom
Normaliter dient een gemeente binnen acht weken te beslissen op een Wmo-aanvraag (met eventuele verlenging van de beslistermijn). Vaak wordt afgeweken van de algemene wettelijke bepalingen rondom de beslistermijnen waar een gemeente zich aan dient te houden, omdat er externe (medisch) adviseurs bij betrokken zijn. De gemeente Amsterdam bijvoorbeeld vermeld op haar website dat de beslistermijn op een aanvraag woonruimteaanpassing zestien weken bedraagt. Beslist de gemeente zonder goede reden niet op tijd, dan kunt u de gemeente in gebreke stellen. Met de ‘Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen’ heeft u de mogelijkheid om de gemeente aan te sporen om op een aanvraag waarvan de beslistermijn is verstreken alsnog snel te besluiten. Als de gemeente niet binnen twee weken na uw brief met een ingebrekestelling een besluit neemt, dan heeft u recht op een vergoeding (dwangsom). De hoogte daarvan is afhankelijk van de tijd die het de gemeente daarna alsnog kost om een besluit te nemen op uw aanvraag of bezwaarschrift.
Begeleiding en juridisch advies
Het zijn vaak erg complexe en langdurige procedures (vooral als het tot een bezwaar- en beroepsprocedure komt) waarbij het van belang is dat het proces goed wordt bewaakt, juist omdat er meerdere adviseurs worden betrokken bij de procedure. Verder mag u erop vertrouwen dat de inhoud van de beschikking in lijn is met eerder opgewekte verwachtingen, zoals in het verslag van het gesprek weergegeven. Maar het komt echt wel voor dat dit niet het geval is.
Geen één situatie is hetzelfde, dus het moet echt vanuit uw eigen situatie beoordeeld worden, ook al heeft u misschien gehoord of gelezen dat een ander met dezelfde medische aandoening wel een maatwerk woningaanpassing heeft toegekend gekregen. Echter, het mag natuurlijk niet zo zijn dat er sprake is van willekeur, ongerechtvaardigde verschillen in beoordeling (rechtsongelijkheid) of strijd met andere relevante algemene beginselen van behoorlijk bestuur, zoals het motiverings- en zorgvuldigheidsbeginsel.
Het advies is dan ook om een cliëntondersteuner aan te laten haken in de aanvraagprocedure en een jurist te vragen om u juridisch te hulp te staan in een bezwaarprocedure, als u van mening bent dat er onvoldoende rekening is gehouden met uw wensen en behoeften en de (werkelijke) mogelijkheden voor een woningaanpassing. Tenslotte gaat het om uw welzijn. De gemeente bekijkt het veel meer vanuit een kostenplaatje.
Wat is de haalbaarheid van een aanvraag voor een woningaanpassing op grond van de WMO? Moeilijk te zeggen. De beoordelingen rondom dergelijke aanvragen verlopen doorgaans niet zonder slag of stoot. Dat heb ik in mijn praktijk helaas ook ondervonden. Belangrijk is wel dat in de procedure alle zorgvuldigheid in acht wordt genomen, en daar moet goed op worden toegezien. Geen gelijk krijgen wil niet zeggen dat u geen gelijk heeft.
Bent u het niet eens met de beslissing van de gemeente over de afwijzing van een maatwerk woningaanpassing en wilt u hulp bij de bezwaar- of beroepsprocedure? Stuur dan een e-mail naar info@ojau.nl en geef alvast een korte toelichting op uw probleem. Ik zal daarna zo snel mogelijk contact met u opnemen.
Lees ook:
» Mensenrecht vs. Wmo
» Overschrijding van de redelijke termijn in beroepsprocedures en het recht op schadevergoeding